top of page

Extra informatie
zwemles & afzwemmen

​

Wat betreft de eisen, gericht op de vaardigheden voor een A- of B-diploma, is er met name aandacht voor het veilig voelen en veilig kunnen bewegen in het water. Kort beschreven bestaan de oefeningen tijdens de zwemlessen uit: baantjes zwemmen (techniek, uithouding), spelletjes (vertrouwen/veilig voelen), zwemmen met voorwerpen (trainen van specifieke been- en armoefeningen), duiken (vertrouwen/plezier/uitdagen) en bijzondere vaardigheden als drijven en watertrappen. Tijdens de zwemles worden de deelnemers basisvaardigheden aangeleerd om op een veilige manier te bewegen en recreëren. Daarnaast kan een deelnemer zich redden wanneer hij/zij onverwacht in het water valt.  

 

De werkwijze van Stichting Sportmotief:
Om ervoor te zorgen dat de deelnemer zich watervrij voelt wordt gestart met het spelen van spelletjes. De deelnemer is ontspannen en durft zich te bewegen in en onder water (in het ondiepe gedeelte van het bad). De nadruk van de oefeningen in de eerste fase ligt op de benen voor de schoolslag en rugslag. De benen vormen een belangrijke basis als stuwing om vooruit te kunnen bewegen. De deelnemer krijgt in eerste instantie volledige ondersteuning van drijfmiddelen zoals staafjes, kurkjes en plankjes.

Onze deelnemers zijn vaak al wat ouder. Dit betekent dat de mate van kracht en conditie vaak snel op orde zijn. Onze focus ligt op het gedragsmatig stuk waardoor de deelnemer ervaart dat hij naast de omgeving en begeleiding ook op zichzelf kan gaan vertrouwen. Vervolgens wordt er steeds meer aandacht besteed aan de zwemtechniek voor de schoolslag en rugslag. Ook het duiken wordt spelenderwijs geïntroduceerd. De drijfmiddelen worden langzaam afgebouwd en de deelnemer wordt steeds zelfredzamer. De armtechniek wordt verbeterd en tot slot worden bijzondere vaardigheden geoefend zoals het zwemmen met kleren aan. Wanneer een deelnemer alle vereiste vaardigheden beheerst, mag hij/zij afzwemmen.

Het streven van Stichting Sportmotief is dat iedere deelnemer minimaal een A-diploma behaalt en indien mogelijk een B-diploma. Elke les wordt per individu de voortgang van het zwemmen besproken. De deelnemers weten concreet waar ze nog aan moeten werken om hun A- of B-diploma te halen.  Mocht een deelnemer onverhoopt lichamelijk niet in staat zijn om een zwemdiploma te halen, verdient hij/zij een certificaat (zie voorbeeld) voor de getoonde zwemcompetenties. 

​

Volgens de Nationale Raad Zwemveiligheid beheerst men met een zwemdiploma A de vaardigheden voor een zwembad zonder attracties. Met een zwemdiploma B beheerst men vaardigheden voor een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan, een golfslagbassin en een stroomversnelling (Allesoverzwemles, z.d.).​ 

​

Alle deelnemers dienen zich zelfstandig te kunnen omkleden (er zijn ruime afsluitbare kleedhokjes) en zich in en uit het zwembad te verplaatsen. Tot slot is het voor de deelnemers mogelijk om extra comfortabele zwemkleding te dragen zoals een T-shirt (lees meer hierover in onze veiligheidsvoorschriften).

bottom of page